Sommige stuurlui staan aan wal: Waarom we in onderwijs niet zonder goede adviseurs kunnen
Bijgewerkt op: 10 nov. 2022
Laatst bekritiseerde iemand mij in mijn rol als onderwijsadviseur, onder de noemer “de beste stuurlui staan aan wal”. Je weet wel, dat cynische gezegde bedoeld als spottende sneer naar betweters. Hoewel ik me daar niet over hoef te verantwoorden – de mensen die mij kennen of écht interesse tonen weten immers wel beter – zette het mij toch aan het denken. Op de eerste plaats als taalfanaat over de betekenis van het spreekwoord, maar ook als onderwijsadviseur over de waarde van praters in onderwijs. In dit artikel zet ik mijn gedachten uiteen, en probeer ik een antwoord te vinden op de vraag: ‘Stuurlui aan wal, handig of weg ermee?’
Steeds meer stuurlui aan wal
Er staan steeds meer stuurlui aan wal. De schil met onderwijsadviseurs groeit explosief (bron). Sinds 2008 is het aantal bedrijven in onderwijsadvies verzevenvoudigd naar bijna drieduizend in begin 2022. Dat zijn met name eenmansbedrijven (zoals ikzelf ook heb; cijfers van CBS). Daar is best wat kritiek op, bijvoorbeeld docent en columnist Ton van Haperen die stelt: “Er zijn steeds meer praters in het onderwijs, steeds minder mensen die het zelf willen doen. (…) Het heeft geen enkel effect op de praktijk”.
Behoorlijk stellig, als je het mij vraagt. En het staat haaks op bijvoorbeeld het recente initiatief van minister van onderwijs Dennis Wiersma die met zijn basisteams van externe deskundigen scholen gaat ondersteunen (bron). Als iedereen binnen opleidingen zo denkt, kunnen die onderwijsadviseurs – myself included – wel inpakken. Toch is er markt. Hoe zit dit precies?
"Veelal op los zand gebaseerde theorieën worden gepromoot en in de markt gezet."
Laat ik eerst de negatieve kant van de medaille belichten. In een uitgebreide blog van het Collectief Onderzoek Onderwijs wordt de invloed van onderwijsadviesbureaus bestempeld als discutabel (bron): “Onderwijs is inmiddels een markteconomisch aantrekkelijke afzetmarkt geworden. Veelal op los zand gebaseerde theorieën worden gepromoot en in de markt gezet. Besturen maken gebruik van deze commerciële diensten en zetten zo leraren buitenspel”. Uit hun eigen onderzoek blijkt dat sommige adviesbureaus bepaalde zienswijzen in het onderwijs terug willen zien, ongeacht het theoretisch fundament. Ik zie dit helaas soms ook gebeuren. Ik hoef denk ik niet uit te leggen waarom dit problematisch kan zijn, en het verklaart denk ik ook de vernietigende woorden van Van Haperen.

Tegelijkertijd is het collectief ook optimistisch: “Goed advies bestaat en goed advies mag ook zeker iets kosten”. Hoogleraar Marc van der Meer stelt dat de groeiende schil van adviseurs samenhangt met bijvoorbeeld het personeelstekort en initiatieven voor innovatief onderwijs (zoals de groeiende aandacht voor mijn eigen vakgebied blended learning). Hij ziet in deze cijfers ook steeds meer aandacht voor het onderwijsproces en de ondersteuning van docenten, zoals intervisie en begeleiding van professionele leergemeenschappen (bron). Daar heb je deels externen voor nodig, enerzijds voor hun inhoudelijke expertise en anderzijds door gebrek aan mankracht, wat wel degelijk rendement kan opleveren. Er bestaat nu eenmaal soms een hiaat binnen een opleiding, zowel qua kennis als qua personeel. Dus zo zwart wit als Van Haperen stelt is het niet; er is daadwerkelijk waarde te creëren met hulp van externen. Stuurlui aan wal zijn soms gewoon nodig. Maar waar zit die waarde dan verstopt? Wanneer heeft een stuurman aan wal meerwaarde? Tijd om het spreekwoord verder uit te diepen.

Oorsprong
'De beste stuurlui staan aan wal'. We kennen het gezegde allemaal. Het wil zeggen dat iemand die een karwei niet hoeft te doen en alleen maar toekijkt, vaak wel beter dan de uitvoerder(s) denkt te weten hoe het moet worden aangepakt (bron). Daarbij is het maar de vraag of diegene het écht beter zou kunnen. Zolang je dat niet hoeft te bewijzen, kun je jezelf makkelijk voordoen als 'expert'. Het spreekwoord is eeuwenoud en vindt zijn oorsprong in de zeevaart. Al sinds de zeventiende eeuw is het gezegde gewoongoed. Zo klaar als een klontje dus: stuurlui aan wal moeten het werk simpelweg overlaten aan de stuurlui aan boord. Aan de mensen in de praktijk. Zoals Carolus Tuinman in 1727 zei:
"Die aan land van verren een schip in storm op de zee zien, plegen zich in te beelden, dat zy 't beter zouden te recht stieren en redden, dan die 'er in zyn, terwyl zy in zulk een ongeval meer raadeloos en handeloos zouden staan."
Einde discussie. Of toch niet?

Vuurtoren in een storm
In veel gezegdes zit de waarheid en wijsheid van generaties vervat (bron). Zo ook het gezegde 'De beste stuurlui staan aan wal'. Want hoewel het spreekwoord een sneer is naar betweters, blijkt hij toch regelmatig feitelijk waar: de toeschouwer ziet het ook écht vaak scherper dan degene die de actie zelf verricht. Om dit te verduidelijken, neem ik je mee in een kort gedachte-experiment.
Stel je zit in een bootje en vaart over een groot meer naar de overkant. Je ziet de vage contour van de kade aan de overkant, tot er plots een flinke tegenwind opzet. Tot overmaat van ramp gaat het flink stormen. Het lijkt eeuwig te duren voor je aan de overkant bent, die inmiddels volledig uit het zicht is verdwenen. Je vraagt je af: vaar je überhaupt nog wel goed?
Het water om je heen is de omstandigheid waarin jij je bevindt, zoals wanneer je als docent bezig bent met een uitdagende onderwijsinnovatie of probeert een probleem op te lossen. Zolang alles om je heen rustig is kun je ontspannen dobberen en genieten van de tocht. Maar wanneer de situatie onstuimig wordt, zoals hierboven, krijg je te maken met tegenstand en moet je wellicht je strategie aanpassen. Waar focus je dan op … De golven overmeesteren? De route in de gaten houden? Water uit de boot hozen? Knap lastig.
Je voelt hemt al aankomen, in zo’n geval kan het verrekte handig zijn om een stuurman aan wal te hebben staan. Iemand die bijvoorbeeld aanwijzingen kan geven over hoe je het snelst of veiligst kan varen. Of iemand die je wijst op de gevaren die je niet ziet – mits die adviezen natuurlijk goed zijn onderbouwd. Niet voor niets bestaan er vuurtorens die de weg wijzen bij storm op zee. Oftewel, de situatie overzien vanaf de kant is vaak veel makkelijker dan vanuit het bootje zelf. Alleen, nu komen we in ander (spreekwoordelijk) vaarwater terecht: die van beter weten.

De betweter die het (niet) beter weet
De meeste mensen zijn tamelijk slecht in het opvolgen van goede adviezen. Het is niet dat we advies krijgen erg vinden, maar opvolgen is een ander verhaal. Onderzoekers noemen dit de ‘egocentrische bias’, oftewel: de overtuiging dat we het uiteindelijk zelf altijd beter weten. Deze overwaardering leidt ertoe dat iedereen zelf fouten moet maken voordat ze advies van een ander aannemen – zelfs al is dat advies gebaseerd op feiten (pas als het kalf verdronken is, dempt men de put).
Als we dit inzicht betrekken op de beste stuurlui aan wal, wordt het interessant: als de stuurman aan boord van een schip last heeft van egocentrische bias, zal hij niets aannemen van de stuurlui aan wal – zelfs al weten zij het beter. Dat is op z’n minst ironisch, gezien diezelfde betweter (die het dus regelmatig níet beter weet) de ander beticht van precies datzelfde: het zijn van een betweter. Om maar in gezegden te blijven spreken: de pot verwijt de ketel dat ‘ie zwart ziet. Het is Ton van Haperen die zegt: “Wat zij doen, raakt mijn werk in de klas niet”. Punt. Zelfs al heeft de stuurman aan wal het bij het rechte eind, de oren zitten potdicht.

Hoe dan wel?
Nu komt natuurlijk de vraag op: hoe dan wel? Hoe kan je omgaan met die beste stuurlui aan wal? Wat heb je aan ze? Op de eerste plaats komt het neer op het tegengaan van de vertekening van het eigen oordeel. Dat kun je doen door een voorgenomen beslissing altijd eerst even uit te stellen. Neem vervolgens een bekwame expert in gedachten, of die nu intern of extern is, en probeer jezelf in de schoenen van diegene te verplaatsen. Met andere woorden, probeer het probleem vanaf de ‘wal’ te bezien. Weeg vervolgens alle aspecten van het te nemen besluit en kom dan tot een gefundeerde beslissing. Natuurlijk is dit knap lastig, maar zie het als een vaardigheid die je stap voor stap leert met vallen en opstaan. Uiteindelijk verminder je hierdoor de egocentrische bias, en creëer je in sommige gevallen feitelijk je eigen beste stuurman aan wal.
Maar wellicht kom je er wel achter dat je de overkant van het meer nog niet helder in zicht hebt. Dat je nog niet alle puzzelstukken bezit om de puzzel te leggen, en dat er wellicht stuurlui aan wal staan die jou de laatste stukjes kunnen aanreiken. Want vergeet niet dat veel van die stuurlui aan wal zelf eerst stuurman zijn geweest op hun eigen schip. Ervaring + expertise = deskundigheid. Veel onderwijsadviseurs hebben eerst zelf jarenlang voor de klas gestaan. Daarom kan ik niet anders concluderen dat de schil van onderwijsadviseurs ertoe doet. Niet om docenten één op één voor te schrijven hoe het moet, maar om ze te informeren en ondersteunen wanneer zij door de bomen het bos niet meer zien. Wanneer ze in een storm zitten, en alleen de vuurtoren nog zichtbaar is. Want zoals het spreekwoord ons leert: daar staan de beste stuurlui.

Conclusie: We doen allemaal ons best
In dit artikel heb ik geprobeerd te illustreren waarom we niet zonder stuurlui aan wal kunnen. Natuurlijk met de kritische kanttekening dat niet elke onderwijsadviseur het altijd bij het rechte eind heeft. Er zullen er zijn die soms de plank misslaan, zo ook ikzelf. Maar dit geldt net zo goed voor docenten, ondersteuners en managers binnen opleidingen zelf. Onthoud: de intentie is goed. Ook de mensen die nog met leerstijlen werken of de leerpyramide als onderwijsmodel zien, doen gewoon hun best.
Uiteindelijk is het mijns inziens het best als we evidence-informed werken, gedefinieerd als het mixen van inzichten uit onderzoek met de context en de eigen ervaring en expertise. Niet alles klakkeloos overnemen van de stuurman aan wal, maar wel openstaan voor het aangeboden perspectief en inzicht. Zo voorkom je zeilen op onderbuikgevoel, en alle fouten die daarbij om de hoek komen kijken.
Tot slot nog een laatste opmerking: er is natuurlijk wel wat te zeggen over onderwijsadviseurs die docenten adviseren over lesgeven, wanneer zij zelf nog nooit voor een klas hebben gestaan. De praktijk is altijd weerbarstiger dan de theorie. Daar zit wat in, en dat is ook de reden dat ik zelf altijd zoek naar kansen om te blijven onderwijzen. Met de voeten in de praktijk. Maar toch: schrijf mensen zonder praktijkervaring niet per definitie af. Het gebrek aan praktijkervaring staat namelijk niet gelijk aan gebrek aan expertise (zie meer hier). Immers, heb je liever advies over omgaan met stress van iemand die ervoor heeft gestudeerd, of van iemand die drie keer een burn-out heeft gehad?
------------------------
Bronnen:
https://mtsprout.nl/management-leiderschap/de-stuurlui-aan-wal-hebben-gelijk-dus-profiteer-daar-van
https://mtsprout.nl/management-leiderschap/de-stuurlui-aan-wal-hebben-gelijk-dus-profiteer-daar-van
https://mtsprout.nl/management-leiderschap/de-stuurlui-aan-wal-hebben-gelijk-dus-profiteer-daar-van
https://onderzoekonderwijs.net/2017/02/02/de-discutabele-invloed-van-onderwijsadviesbureaus/
https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/81589NED/table?ts=1654108027078
https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/de-beste-stuurlui-staan-aan-wal
https://en.wikipedia.org/wiki/Egocentric_bias
https://hbr.org/2007/07/the-making-of-an-expert